Between the mountains & the sea: 1000 tinten groen
Blijf op de hoogte en volg Nelleke
16 April 2014 | Ecuador, Crucita
Het eerste deel van de reis is een busrit van drie uur met indrukwekkende berggezichten en adembenemende slingerbochten door een zee van groen, met overigens ook een significant aantal witte kruisen langs de weg. Bij elk groter dorp stappen er vijf tot tien verkopers in met rieten manden vol yuka-broodjes, tortillas, gekookte maiskolven met kaas, of tropisch fruit in stukken (ananas, (water-)meloen of een fruitsalade mix in een plastic bekertje). Allemaal voor 25 cent, en vijf voor een dollar.
Na zeven maanden acclimatiseren in Quito, is het naar adem happen in Santo Domingo. Deze keer niet door een gebrek aan zuurstof, maar door een overvloed aan warmte en water in de lucht. Ondanks de waarschuwingen over hoezeer je er op moet passen, kan ik ongeveer drie keer met al mijn spullen het centrum doorkruisen zonder me een moment ongemakkelijk te voelen, behalve dan misschien om het feit dat het zweet in straaltjes over mijn rug loopt. Ik vind een hostel met een heerlijke douche en ´s nachts koelt het zo af dat ik uitgerust wakker zou zijn geworden als de reggaeton op straat me niet tot middernacht wakker zou hebben gehouden. Een ontbijtje bij de vegetarische Abdul (een soort Ecuadoriaanse Mr. Myagi, inclusief buigingen) maakt dat weer goed, en dan is het tijd om verder mijn weg te zoeken naar de kust.
Voor de bus direct naar Bahia had ik om vier uur op moeten staan, maar er gaat er wel één naar Chone, halverwege. De meeste mensen nemen de nachtbus van de Andes naar de kust: ze slapen door een landschap van groene heuvels met condors en wel honderd andere vogels en vlinders, de watervallen en verborgen beekjes, de restaurants met plastic tafels en stoelen onder een geimproviseerd afdak langs de weg, de houten / bamboe hutjes zonder deuren en ramen, winkeltjes die simpelweg “tienda” (winkel) heten, en dorpjes waar ze trots adverteren dat ze de “wereldkampioenschappen Ecua-volley” organiseren. En uiteraard zijn er bananenbomen, trucks die bananen of hele families transporteren, fruitwinkels met bananen of… bananen (er zijn hier naar het schijnt twintig soorten bananen (?)), en wegwerkers op plaatsen waar je je afvraagt of dat nou echt de best manier is om het schaarse overheidsgeld te besteden. En nog altijd zijn er verkopers bij elke stop: 25 cent, vijf voor een dollar. De frequentie waarmee van hen koud water gekocht wordt, neemt exponentieel toe naarmate we dichter bij Chone en bij het middaguur komen.
Daar aangekomen blijkt de bus wederom niet naar Bahia te gaan, maar wel tot halverwege. “Halverwege” heet in dit geval “Dos Aguas” (twee wateren) en anders dan die naam doet vermoeden, blijkt het het stoffig en levendig dorp met onverharde wegen, trucks, motoren en straathonden te zijn. Als het er niet zo bedrukkend warm was geweest, had ik er zeker naar een lunch uitgekeken. Maar aan de andere kant van de weg staat mijn bus naar Bahia al klaar, en die heeft zelfs een soort van airco, dus ik denk er niet aan om uit te stappen voor het echt moet.
In Bahia blijkt de bus naar Crucita enkel te gaan tot… inderdaad. Halverwege. Deze “halverwege” voelt wat minder comfortabel aan dan de voorgaande: op een zanderige rotonde met rood-wit afzetlint tegenover een bouwplaats laat de chauffeur me uitstappen en wijst hij: “Crucita is die kant op!” Fijn. Elke keer een beetje dichterbij.
Maar het duurt niet al te lang of de niet te missen bus met in grote geel-rode letters “Crucita” op de voorkant verschijnt op de rotonde en stopt voor mijn neus, en deze gaat weliswaar all the way naar mijn eindbestemming van vandaag. Reizen mag dan niet om de bestemming gaan, toch is het soms fijn als je ergens (eindelijk) aangekomen bent: anderhalf uur later lig ik languit in de golven van de Pacifische oceaan.
*“Between the mountains and the sea”, geschreven door mijn Londense straat-muzikant compañon (hoe schrijf je dat in het Nederlands?) in Spanje voor zijn world/folk/jazz band Oriole, klinkt in mijn hoofd altijd als het thuis-gevoel: een diepe zucht met een glimlach om hoe vertrouwd de omgeving aanvoelt. In Quito zelf denk ik zelden aan dat nummer, maar het halve land doorkruisend vanaf de rand van de stad, between the mountains and the sea, ervoer ik hoe de harmonie en rust als alles omhelzende achtergrond aanwezig was als basis voor chaos en improvisatie, zodat het zich samen kon ontwikkelen tot een prachtig geheel dat als thuis voelt. En ik realiseerde me dat dat nummer geen betere titel had kunnen hebben. https://www.youtube.com/watch?v=ZFpb4BbiH0Y Check ook: https://www.youtube.com/user/oriole2*
* Voor mijn project Imagine all the people werk ik voor een paar jaar in verschillende landen als vrijwilliger en met mijn verhalen wil ik mijn nieuwsgierigheid en enthousiasme voor verdwalen aan anderen overbrengen, en ze inspireren om buiten "mag niet, kan niet, lukt niet, gaat niet" te durven denken. Droom! En doe er iets mee. Het ergste wat er kan gebeuren is, dat het niet lukt.
Bovendien hoop ik dat mensen zich door mijn verhalen met een niet-Hollandse horizon ook soms af gaan vragen: “Hoe doen wij dat en waarom?” of denken “Dit is fijn hier!” of juist niet, en hopelijk: “Ik ga ook iets doen op mijn manier”. Geen bescheiden doel, maar: “The ones who are crazy enough to believe that they can change the world, are the ones who do.” De wereld een beetje beter maken en anderen inspireren om op hun manier hetzelfde te doen; daar gaan we! *
* Doe mee! :D Like de facebook pagina, deel de verhalen of doe een donatie en ... nou ja, spullen kun je niet winnen, maar je wordt wel deel van deze "olievlek" van positieve bewustwording die dankzij jou een beetje groter wordt! Dat is ook een beetje winnen, toch? :P Alvast bedankt! (Facebook: www.facebook.com/pages/Project-Imagine-all-the-people/210147532462086 ) *
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley