Baeza: een reizigershart vol Hallelujah - Reisverslag uit Baeza, Ecuador van Nelleke Reckers - WaarBenJij.nu Baeza: een reizigershart vol Hallelujah - Reisverslag uit Baeza, Ecuador van Nelleke Reckers - WaarBenJij.nu

Baeza: een reizigershart vol Hallelujah

Blijf op de hoogte en volg Nelleke

29 Februari 2016 | Ecuador, Baeza

MAANDAG

“Nelly, kom op! Ze wachten op je bij de lokale radio!” zegt Luis de hosteleigenaar. Hij gebaart iets wat lijkt op “tijd”, “deur” en “chaos”, alsof hij niet kan kiezen wat de essentie van zijn boodschap is. Maar ik snap hem. “Nu?” vraag ik met mijn mond vol. Ik gebaar naar mijn onafgemaakte ontbijt en ik schraap uitdrukkelijk mijn keel om hem duidelijk te maken dat niet alleen mijn lege maag, maar ook mijn vroegemorgen stem nog niet klaar is voor een radio-optreden. “Nu!” zegt Luis. Juist.

Iedereen die al even in Ecuador is, weet dat “nu” zoveel betekent als “tussen nu en twee uur”, maar Luis lijkt nogal serieus, dus ik sla snel de rest van mijn koffie achterover en ga op zoek naar mijn gitaar. Geen tijd om mijn tanden te poetsen, neem ik aan. Ach ja, dat zie je op de radio niet, toch? Vijf minuten later zit ik met een microfoon voor mijn neus tegenover de radiohost van SelvaFM die even verbaasd lijkt over mijn aanwezigheid als ik. Hij vraagt me wat ik in Baeza kom doen en ik vertel hoe ik probeer om reizen, verhalen en muziek te combineren in mijn poging om mensen met elkaar te verbinden. De Beatles kijken toe vanaf een poster aan de muur. Ik glimlach. Was het niet John Lennon die zei: “Het leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt?”

Inderdaad.

Al heb ik het plannen maken dan al een tijd geleden opgegeven, toch had ik niet gedacht dat ik langer dan twee dagen in Baeza zou blijven toen ik er aankwam. Dat was een week geleden. Benieuwd naar hoe ik dan in de radiostudio terecht kwam? Ga even met me mee terug naar de dag dat de bus me hier afzette.

DONDERDAG

Mijn voornaamste reden om naar Baeza te gaan, was om la cascada de San Rafael te zien, de grootste waterval van Ecuador, voordat de nieuwe stuwdam de watertoevoer ervan zou beïnvloeden. Die dam zou waarschijnlijk over een paar maanden klaar zijn. Hoewel ik wist dat “waarschijnlijk” en “over een paar maanden” net zo multi-interpretabel zijn als “nu”, wilde ik met mijn verlopende visum en geen plannen om snel terug te komen de waterval in haar volle glorie zien nu ik de kans had. Dus op een bewolkte donderdag verliet ik Quito, en vier uur van prachtige berglandschappen later stapte ik in Baeza uit de bus.

VRIJDAG

Omdat de buschauffeur mijn halte vergat, kwam ik de volgende dag via een omweg van vijftig kilometer toch bij de waterval aan: zo mooi en indrukwekkend als ik had gehoopt. Het was maar tien minuten omhoog wandelen naar de bushalte, maar de drukkende warmte maakte dat ik op de parkeerplaats bleef rondhangen, waar vogelaar Scott en zijn gids zich net klaar maakten om te vertrekken in hun jeep. Ze gaven me graag een lift.

“Waar ga je naartoe?” vroeg Scott toen ik eenmaal zat. Terwijl ik het raampje opendraaide antwoordde ik: “Oh, alleen maar tot de kruising op de heuvel.” Ik zei dat ik op weg was naar de magische waterval van Rio Malo, die tien minuten rijden van San Rafael zou zijn. Nu weet ik wel dat Ecuadoranen “tien minuten” gebruiken met ongeveer dezelfde accuraatheid als “nu”, maar ik dacht toch dat het redelijk in de buurt moest zijn. Scott en zijn gids besloten me op mijn zoektocht te vergezellen. We vonden de waterval in een verlaten inham en na een verfrissende wandeling vervolgden ze hun weg naar Papallacta. Gelukkig voor mij lag Baeza op hun route.

Terwijl het berglandschap traag aan ons voorbij trok op de bochtige weg terug naar het Westen, filosofeerden we over vrijheid en keuzes, selfie sticks en facebook, chocola en andere bronnen van geluk, en hoe bang we waren dat het toerisme snel booming zou zijn in Ecuador. Dat zou een groot deel van de charme en de identiteit ervan beïnvloeden. Een uur later zetten ze me af voor de deur van mijn hostel, waar we elkaar gedag zeiden.

Dat was het. Ik had de waterval gezien en het was het waard, en hoewel Baeza me wel beviel, had ik nu meer redenen om te vertrekken dan om te blijven.

ZATERDAG

Ik wilde wat rondwandelen in de omgeving voor ik die middag op de bus naar Tena zou stappen. Een glibberig kronkelpad van kinderkopjes leidde me naar een waterval verstopt in het nevelwoud, en een stoffige zandweg liep omhoog naar het uitkijkpunt van las antenas vanwaar je de hele vallei kon zien.

Op mijn weg terug naar beneden zag ik een gezellig café met bloemen en leuke tafelkleedjes, en een echte Italiaanse koffiemachine achter de bar. Zoals echte caffeïneverslaafden doen na een lange wandeling, besloot ik om een korte stop te maken en een espresso te drinken voordat ik zou vertrekken. Eigenaar Luis en ik raakten aan de praat over international vrijwilligen en de uitdagingen die er aan alle kanten aan hangen. Als senior langetermijn vrijwilligster kon ik er wel een paar noemen. In mijn halfjaar in Portugal en mijn vijftien maanden in Quito had ik heel veel verschillende redenen geleerd waardoor vrijwilligerswerk erg ingewikkeld kan worden.

Luis vertelde me op zijn beurt welke problemen hij had als kleine organisatie die voornamelijk vrijwilligers ontving via organisatie met grote budgets en professionele marketing teams. Zij selecteerden de vrijwilligers niet op basis van vaardigheden, en vaak informeerden ze hen niet goed over het werk en de leefomstandigheden. Uiteindelijk krijgen zij toch het grootste deel van het geld en de credits voor positieve ervaringen, omdat ze de vrijwilligers als eerste “vangen” en dan veel werk (en problemen) delegeren naar de lokale organisaties.

Als ervaren duurzaam projectzoeker kon ik hem wel helpen om de informatie over zijn visie en projecten overzichtelijk bij elkaar te zetten. Dat kon hij dan op zijn website publiceren om directer verantwoordelijke vrijwilligers aan te trekken. In ruil daarvoor bood hij me een kamer aan voor een prijs die aansloot op mijn budget als verdwalende reiziger. Deal. Dus ik bleef.

Maar wat heeft mijn gitaar daar dan mee te maken? Ik had hem niet aangeraakt sinds ik aangekomen was: mijn keel stond al een paar dagen in brand, dus zingen was niet leuk. Zondag was het nog erger dan daarvoor, maar dat was niet heel verwonderlijk gezien de manier waarop we op zateragavond la fiesta de la virgin hadden gevierd. We stonden met het hele dorp op het kerkplein te dansen, op musica nacional natuurlijk, en met plastic flessen alcoholische brouwsels van onbekende origine die van hand tot hand gingen, toen de hemel ineens open brak en een stortregen op de dansende menigte neerkwam. De partytentjes en de uitstekende dakrand van de sporthal konden geen beschutting bieden aan zoveel mensen, dus iedereen die niet meteen een droog plekje veroverde, zoals ik, was in een paar seconden volledig doorweekt.

Al dat water droeg wel bij aan de mystiek van het geheel: het barstte precies los toen de stellages met rondspattend vuurwerk werden aangestoken. Na al dat spektakel zocht iedereen uiteraard tegelijk een taxi terug, en toen wij de laatste voor onze neus weg zagen rijden, besloten we om dan maar door te dansen tot de auto’s leeg zouden terugkeren. De vermoeidheid kwam snel opzetten, de plastic flessen waren nog steeds niet leeg en de wind blies door onze natte kleren. Misschien was dat niet helemaal grieppreventie-proof, nee. En zeker niet bijzonder slim.

ZONDAG

Dat was wat ik dacht toen ik de volgende morgen een hap van mijn empanada nam en een slok koffie. Te heet nog. Auch. Ik was nog druk medelijden met mezelf aan het hebben omdat ik nu een zere keel had die me niet toestond om te zingen, én een verbrande tong die me niet toestond om van mijn ochtendkoffie te genieten, toen eigenaar Luis met een vriend binnenkwam die zich voorstelde als Luis Alberto. Schijnbaar een beoefenaar van alle mogelijke vormen van creativiteit: muziek, theater, schilderijen, video’s en waarschijnlijk nog wat meer. Hij name en biertje als ontbijt en kwam aan mijn tafel zitten. Ik haalde mijn gitaar en al snel hadden de bossa novas en Ecuadoraanse volksmuziek, onze eigen muzikale creaties en een paar biertjes meer voor Luis Alberto ons tot lunchtijd gebracht.

Eigenaar Luis nodigde me uit aan de keukentafel bij zijn vrouw en zijn team. “Ben je er morgen nog?” vroeg Luis Alberto. Hij probeerde rechtop te staan zonder zijn evenwicht te verliezen, maar hij was niet erg succesvol in zijn pogingen. Ik haalde mijn schouders op: “Je weet het nooit. We zullen het morgen zien.” Hij glimlachte. “Nou, als je er morgen nog bent, maken we een video met je muziek en je verhaal voor de lokale televisie. Daar werk ik!” Oh, ja, Zuid-Amerikanen en hun ambitieuze plannen. Laat staan dronken Zuid-Amerikanen en hun ambitieuze plannen. Ik was er vrij zeker van dat hij zich niet veel van het gesprek zou herinneren als hij zijn roes eenmaal had uitgeslapen. Bovendien leek het me handig om eens richting de Peruaanse grens te gaan: ik had nog maar twaalf dagen op mijn visum. Dus mijn intentie was om de volgende middag te vertrekken. Ofzo.

MAANDAG - Deel 2

Maar ach, intenties: hier ben ik nog steeds, en we zijn ON AIR op SelvaFm (WoudFM). We praten over verhalen en muziek, verschillen en eenheid, wat ons inspireert en hoe we allemaal een soort reizigers zijn. Ik zing een van mijn Spaanse liedjes, en Hallelujah van Leonard Cohen. “Hallelujah betekent glorie van God,” zegt de radiohost. “Geloof je in God, Nelly?” Ik glimlach breed. “Ik zeg altijd van niet. Ik geloof in de liefde, en dat we die liefde moeten delen in al onze interacties met het leven en de mensen om ons heen. De meeste mensen met een religie zeggen dat ik hetzelfde geloof als zij, maar dat ze het anders noemen: “god”, “spiritualiteit”, “Allah” of “het universum”. Ach, als dat is wat ons allemaal verbindt, geloof ik erin.

En in het gehucht Baeza zong ik dat lied, omdat het alwéér een plaats was waar die eenheid zich aan mij had geopenbaard: dansend in de regen met de dorpelingen, eten en ervaringen delend met Luis en zijn team aan de keukentafel en met twee vreemden bij een waterval, zingend met Luis Alberto en toen ik de radiomaker hoorde zeggen: “De glorie van god is de glorie van de liefde, de glorie die ons verbindt. Dank je, Nelly:”

En wie had gedacht dat Luis Alberto zich zijn belofte van de video zou herinneren? Ik weet niet waarom we naar de sporthal gingen om een groep dansende schoolmeisjes te ontmoeten, maar Luis Alberto leek zo´n duidelijk idee te hebben van het nut en de artistieke waarde ervan, dat ik niet protesteerde. De meisjes dansten terwijl ik speelde, we zongen samen een Zuid-Amerikaans kinderliedje en ik vertelde hen over muziek en mijn land totdat de regen het Luis Alberto onmogelijk maakte om het geluid goed op te nemen.

Terug in Café Quinde Huayco deden we nog een interview, en aan het eind vroeg Luis Alberto: “Kun je een liedje aan ons opdragen, Nelly?” Natuurlijk kon dat, en terwijl ik mijn gitaar begon te stemmen, begon ik met een kleine introductie: “Ik werkte als vrijwilligster voor een jaar in een project van de katholieke zusters in Quito, met mensen uit Ecuador en andere delen van Zuid-Amerika en de wereld. Katholieken, atheïsten, boeddhisten en hippies… Toen heb ik dit lied geschreven. Omdat het niet uitmaakt wat voor taal je spreekt en hoe je de liefde noemt waar je in gelooft. Als je wat je doet voor je laat spreken, kunnen we elkaar begrijpen en samen een verschil maken.”

En voor de laatste keer die dag negeerde ik mijn beginnende keelontsteking, en zong ik "Dai dai di dan".

Die middag proostte ik met Luis Alberto voor de camera op de muziek, de reizigers en de eenheid van de wereld.

De volgende dag nam ik eindelijk de bus naar Tena.

Met een week vertraging en een hart vol Hallelujah.

We zijn één. Alle mensen. Stel je voor, John.

* Na anderhalf jaar in Quito, ben ik nu reizend, schrijvend, zingend en vrijwilligend tenminste voor een jaar op weg van Ecuador naar Bolivia. Onderweg bezoek ik / doe ik mee aan verschillende sociale projecten en met mijn verhalen wil ik vooral bruggen bouwen, mensen nieuwsgierig maken en ze laten stilstaan bij bekende en onbekende dingen. Foto's zien, meer verhalen lezen en/of meer weten? Kijk op https://nellyontour.wordpress.com/ *

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nelleke

Januari 2016 Hoi! Ik ben Nelleke Reckers, 30 jaar oud en na anderhalf jaar in Quito ben ik nu reizend, schrijvend, zingend en vrijwilligend op weg van Ecuador naar Bolivia. Daar ga ik tenminste een jaar over doen. Onderweg bezoek ik / doe ik mee aan verschillende sociale projecten en met mijn verhalen wil ik vooral bruggen bouwen, mensen nieuwsgierig maken en ze laten stilstaan bij bekende en onbekende dingen. Foto's zien, meer verhalen lezen en/of meer weten? Kijk op https://nellyontour.wordpress.com/

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 2308
Totaal aantal bezoekers 83608

Voorgaande reizen:

04 Februari 2013 - 04 Augustus 2015

Nelly's Project Imagine all the people

02 Augustus 2009 - 02 Augustus 2010

Cádiz, een jaar binnen de muren

19 Mei 2005 - 07 December 2005

Portugal: half jaar Europees vrijwilligerswerk

Landen bezocht: